Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Valuta

betekenis & definitie

(<It.), v. (-’s),

1. (veroud.) waarde, bedrag, t.w. van een wissel of een schuldvordering ;
2. waardestelling ; bepaling van de datum waarop een bedrag waarde krijgt, waarop men het kan opnemen ; — (bij een rekeningcourant-verhouding) de bepaling van de dag vanaf welke de posten in de renteberekening worden opgenomen : f 4600 valuta per heden, d.w.z. dat de renteberekening heden ingaat;
3. wissel: valuta op Londen;
4. (niet alg.) waardeverhouding tussen twree munteenheden, wisselwaarde, koers;
5. (inz.) wettelijk geregeld, algemeen geldig betaalmiddel in een bep. land, beschouwd in internationaal verband ; munteenheid ; geldstelsel: eigen en vreemde valuta; — deviezen.