Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Vaars

betekenis & definitie

I. VAARS

v. (vaarzen),
1. jonge koe van ongeveer twee jaar die nog niet of voor de eerste maal gekalfd heeft: drachtige en melkgevende vaarzen;
2. vaarskalf.

II. VAARS (<Fr.-Lat.), v. (vaarzen), (eertijds bij stenen tabakspijpen) kartelrandje dat in het algemeen direct onder de bovenrand aan de buitenkant van de pijpekop wordt aangebracht.

III. VAARS

o. (vaarzen), ouderw. bijvorm van vers (gedicht, dichtregel), thans alleen iron.