I. v. (-’s),
1. als klank de vijfde der klinkers, als teken de 21ste letter in ons alfabet.
2. al de artikels in een woordenboek, encyclopaedie, kaartsysteem enz. die met een u beginnen.
II. 1. datief en accusatief v. h. pers. vnw. van de tweede persoon mv., thans ook enk. (gij): ik heb u gezien; hij heeft het u gegeven; is dit van u?.
2. beleefde aanspreek- en onderwerpsvorm, verkorting van U Ed., Uedele (oorspronkelijk: Uwe Edelheid), in enk. en mv. gebruikt: u heeft en u hebt het gedaan; ik spreek tot u allen.