Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Type

betekenis & definitie

(<Fr.) v. en o. (-n, -s),

1. gietvorm; in ’t bijz. lettervorm, letter.
2. grondbeeld, grondvorm: alle dieren worden verdeeld in een aantal grondvormen of typen;

iem. met een Spaans type, die er als een Spanjaard uit ziet.

3. persoon met betr. tot zijn grondvorm, zijn algemeen voorkomen: een donker, een slank type;
4. persoon of zaak waarin een grondvorm zich zeer volkomen vertoont, model: hij is het type van een schoolmeester, in hem komen de eigenaardigheden van zijn beroep sterk op de voorgrond.
5. ’t is een type, een typ, een eigenaardig, wonderlijk persoon.
6. (geneesk.) regelmatige terugkeer.