Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Tot

betekenis & definitie

I. vz.,

1. ter aanduiding van het punt waartoe een beweging loopt of een afstand of zaak zich uitstrekt, zonder verder te gaan : van hier tot daar; van mijn huis tot de brug ; de trein rijdt tot Amsterdam ; het water stond tot aan de ramen ; — bedelen, van deur tot deur, huis aan huis ; — van mond tot mond gaan, overal rondverteld worden ; — versterkt door toe om een limiet aan te duiden: tot de brug toe was de weg goed.; tot het einde toe ; ook in de zin van zelfs tot: hij was besmeurd tot in zijn haar toe ; — tot hiertoe en niet verder, meest oneig. : verder kan of mag de bewuste handeling niet voortgezet worden ; —dat is tot daar aan toe, dat kan er nog mee door, is nog te dulden;
2. ter aanduiding van het punt waarop een handeling die geen eig. beweging is zich richt: zich tot iem. wenden : tot iem. spreken, tegen hem ;
3. ter aanduiding van de grens van een verdeling : tot in tienduizendsten nauwkeurig ; tot op een cent;
4. ter aanduiding van een gebondenheid, het deel uitmaken van iets : hij behoort tot de besten, onder de besten ;
5. ter aanduiding van het bereiken van een toestand : tot walgens toe genoeg hebben ; tot berstens toe gevuld zijn: tot armoede geraken; — ter aanduiding van het gaan doen, het beginnen van iets: iem. dwingen, brengen, aansporen tot;
6. bij een bep. van gesteldheid : iem. tot onderwijzer benoemen, tot lid der Tweede Kamer verkiezen, tot generaal bevorderen ;
7. in uitdr. als tot iedere prijs, wat het ook kosten moge ;
8. ter aanduiding van een grens in de tijd : tot 7 uur kan ik blijven; tot en met Zaterdag ; van dag tot dag, van de ene dag op de andere ; —tot nog toe, zo ver als de tijd, de zaken nu gevorderd zijn ; evenzo tot dus verre, tot heden ; — tot ziens, afscheidsgroet : tot ik u weer zie ; tot straks; tot spoedig ; (Zuidn.) tot een van die dagen;
9. doel en strekking der werking drukt het uit in : dat is tot uw best, tot uw genoegen ; tot nut van het algemeen ; dienen, strekken tot; — geschikt, bereid, bekwaam tot;

II. voegw. ter inleiding van een zin die het intreden van een toestand, het bereiken van een tijdstip uitdrukt: iets koken tot het gaar is ; wacht tot ik u roep ; in dezelfde zin wordt totdat gebruikt.