Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Toevoegen

betekenis & definitie

I. (voegde toe, heeft toegevoegd),

1. geven, verschaffen, toekennen, toewijzen: majesteit en heerlijkheid hebt Gij hem toegevoegd (Ps. 21: 6);
2. zeggen tot, te verstaan geven, bep. m. betr. t. onvriendelijke of onhebbelijke woorden: hij was de enige die haar nooit een grof woord toevoegde; iem. een belediging toevoegen;
3. (iem. of iets) bij iem. of iets voegen tot steun of versterking: op hun verzoek werd hij hun als raadsman toegevoegd; de verdediger die aan de beschuldigde ambtshalve wordt toegevoegd;
4. bijvoegen tot vermeerdering of vergroting: ik zal er nog een paar regelen aan toevoegen; ik heb er niets aan toe te voegen, niets meer te zeggen; aan de deklaag der aardappels werd nog een laag stro en aarde toegevoegd; een plaatsvervangend voorzitter werd aan de bedrijfsraad toegevoegd.

II. (voegde toe, heeft toegevoegd), (de voegen of naden) dichten, dichtstoppen, dichtstrijken.