(<Gr.-Lat.), v. (-ën),
1. systeem van denkbeelden of hypothesen, ter verklaring van bekende feiten of verschijnselen : de theorie van Huygens betreffende het licht; een theorie opstellen, verdedigen ;
2. geheel van de grondregels van een kunst of techniek : theorie van de rekenkunde, van de muziek; de theorie van het zeilen;
3. onderwijs in de onder 2 gen. grondregelen: vandaag hebben we theorie;
4. opvatting in abstracto, afgezien van of zonder rekening te houden met de werkelijkheid ; gewoonlijk gesteld tegenover de praktijk : in theorie lijkt dat heel gemakkelijk, maar in de praktijk valt het lang niet mee ;
5. stelling, bewering, opvatting: dat zijn maar theorieën van hem !