Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Terecht

betekenis & definitie

bw.,

1. op de goede, juiste plaats: ben ik hier terecht bij Dr. AJ;
2. gevonden, teruggevonden: haar gouden horloge is gelukkig terecht;
3. op de rechte of juiste manier, in de rechte of goede toestand, in orde, behoorlijk, zoals het moet: wees nu kalm, alles is terecht;
4. met recht, met reden, met juistheid: terecht beweert hij dat het vonnis onrechtvaardig is.