bw., gebezigd in verb. met werkw. van beweging en richting, t.w. in die richting dat men iem. of iets ontmoet: iemand tegemoet gaan, komen, lopen enz.; — (fig.) ik was verlegen hoe ik hem mijn verzoek zou voordragen, maar hij kwam mij met de grootste bereidwilligheid tegemoet, maakte het mij gemakkelijk; iemands geheugen tegemoet komen, zijn geheugen te hulp komen, hem iets helpen herinneren; de kosten van het werk zijn zeer groot, maar het rijk zal ons wat tegemoet komen, financieel bijstaan; aan bezwaren, grieven, wensen tegemoet komen, ze althans gedeeltelijk verhelpen, inwilligen; — iets tegemoet zien, afwachten: ik zie uw antwoord met verlangen tegemoet; — tegemoet stralen, klinken, tegenstralen, -klinken: een helder licht straalde ons te gemoet. Opm. Tegemoet wordt dikwijls met een ww. verbonden tot een scheidbare samenst.: tegemoetgaan, ...komen, ...lopen, ...snellen, trekken, ...zien.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk