Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Subject

betekenis & definitie

(<Lat.), o. (-en),

1. (wijsb.) het beschouwende ik; — (logica) deel van een eenvoudig oordeel waarop het andere deel betrokken wordt;
2. (spraakk.) onderwerp;
3. (rechtst.) subject van recht(en), drager van het recht of de rechten; — subject van een verbintenis, partij, schuldeiser of schuldenaar.