Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

STICHTING

betekenis & definitie

v. (-en),

1. het stichten, t.w. van een gebouw, een instelling enz.: kosten van stichting en verbouwing:
2. (veroud.) aanzienlijk en gewoonlijk voor een bijzonder doel gesticht gebouw: de Haagse stichting droeg geen militair karakter;
3. (rechtst.) bij akte of testament in het leven geroepen rechtspersoon, waartoe de stichter een bepaald vermogen afzondert tot een bepaald doel, onder daartoe aangewezen bestuurder(s): openbare stichtingen: de stichtingen van weldadigheid worden geregeld door de Armenwet van 1912;
4. godsdienstige of zedelijke opbouw of verheffing: in het godsdienstige of zedelijke verheven stemming: de geringe stichting die hem de kerkgang bracht; met veel stichting over iets spreken.