Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

STELLETJE

betekenis & definitie

o. (-s), klein stel, inz.

1. (geringschattend) geheel van bij elkaar horende personen: stelletjes Jordaanse meiden;
2. zootje: ik zag daar een troepje studenten, maar ’t was een stelletje; de mensheid is een raar stelletje;
3. (geringschattend) paar: heb je de nieuw getrouwden al samen gezien? ’t is anders een stelletje!
4. oploopje, standje: toen ze thuis kwam was ’t stelletje net aan de gang;
5. verwarde toestand, boel: het was me daar een stelletje, een mooie boel.