Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

STADIUM

betekenis & definitie

(Lat.), o. (stadia, -s), tijdperk, periode (eig. tijd waarin de renbaan wordt doorlopen); tijdperk in een voortgaande ontwikkeling, fase in een ontwikkelingsproces: de ziekte is nog in haar eerste stadium; die plannen zijn nu een ander stadium ingetreden; een stadium doorlopen.