Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

STAATKUNDIG

betekenis & definitie

bn. bw. (-er, -st),

1. (thans w. g.) kennis van, bekwaamheid in de staatkunde hebbend: een groot staatkundig vernuft.
2. in overeenstemming met de regels of eisen der staatkunde: dat was niet zeer staatkundig gehandeld.
3. betrekking hebbend op de (regels der) staatkunde, politiek: staatkundige aardrijkskunde; de staatkundige toestand; staatkundige partijen, geschillen.
4. veelal in minder bepaalde zin, betrekk. hebbend op de staat of het staatsgebied: de staatkundige grenzen; de staatkundige gesteldheid.

5. listig, met fijn overleg, diplomatisch: staatkundig te werk gaan.