Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

SMET

betekenis & definitie

I. v. (-ten),

1. vlek : er is geen smetje aan ; die stof krijgt licht smetten ; (fig.) van vreemde smetten vrij ; — dit werpt een smet op zijn naam, zijn naam is hierdoor bezoedeld ; — iem. een smet aanwrijven, hem van iets onterends beschuldigen ;
2. (wev.) gekleurd merk, op de ketting aangebracht nadat hij op de scheermolen is geschoren, om een eenheid van lengte aan te geven; — vand., afstand, hoeveelheid weefsel tussen twee zulke merken.

II. v., smart (II).