Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Schone

betekenis & definitie

v. (-n),

1. schone vrouw of meisje; ook, min of meer iron., meisje of vrouw in ’t alg., zonder het begrip van schoonheid: een schone, zo mager als een brandhout, hield hem omvat.
2. (Zuidn.) schone-bij-dage, een sierplant, de purperwinde (Ipomaea purpurea); ook de driekleurige winde (Convolvulus tricolor); schone-bij-nachte, nachtschone (Mirabilis jalapa).