Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Salpeter

betekenis & definitie

v. en (Zuidn.) m.,

1. verkorting van kalisalpeter, d.i. kaliumnitraat (salpeterzure potas), een stof die onder meer bij de bereiding van kruit, als meststof en ook in de geneeskunde aangewend wordt: salpeter maken, zieden, zuiveren ; ruwe, gezuiverde, salpeter;
2. op salpeter (1.) gelijkende, al of niet salpeterhoudende uitslag op muren, gesteenten enz., muursalpeter.