Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Salon

betekenis & definitie

o. en m. (-s),

1. grote, fraai gemeubelde kamer, mooie kamer, bep. als ontvangkamer;
2. zulk een vertrek bij iemand als geregelde plaats van samenkomst van een gezelschap personen uit de uitgaande wereld, en ook die samenkomst zelve: de salone van madame de Tencin;
3. vertrek ingericht voor het ontvangen der cliëntele : een salon hij een banketbakker; salon voor heren, voor dames bij een kapper vgl. melk-, theesalon; — zaal voor tentoonstelling van schilderijen enz.