Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Risico

betekenis & definitie

(It.), o. en v., gevaar voor schade of verlies, de gevaarlijke of kwade kans of kansen die zich bij iets voordoen: het vlasgewas geeft steeds veel risico voor de vlasboer; het risico bij de koopovereenkomst is voor de koper; het risico bij verzekering, het gevaar waartegen verzekerd is; veel risico lopen, veel kans hebben iets te verliezen; het risico dragen; — op, voor eigen risico.

< >