Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Ringen

betekenis & definitie

(ringde, heeft geringd),

1. (van varkens) hun een ring door de neus doen om het wroeten te beletten;
2. varkens, paarden ringen, bij de vrouwelijke dieren de schede met een ijzerdraad sluiten om het dekken te verhinderen;
3. vogels ringen, een aluminiumring met letter(s) en nummer om de poot vastmaken, om het trekken der vogels te kunnen nagaan;
4. (een langwerpig voorwerp) van een ring voorzien: sigaren ringen;
5. (van een stam of tak) er de schors in een ring of kring rondom afnemen, behalve een schorsverbinding van ca. 2 cm, ten einde de bloei van het daarboven gelegen gedeelte te bevorderen en de groei te matigen; (ook) er een stuk ijzerdraad stevig omheenwinden met hetzelfde doel;
6. (bosb.) een ring bast en spint aan de wortelhals doorhakken of verwijderen, om een boom op stam te laten afsterven en uitdrogen;
7. (veend.) turf ringen, ze in een kring overeind zetten om ze meer te laten drogen.