Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Regelmatig

betekenis & definitie

bn. bw. (-er, -st),

1. waarvan de delen of maten ten opzichte van elkaar in vaste verhouding staan of blijven: regelmatig schrift; op regelmatige afstanden; — (wisk.) regelmatige figuren (zoals gelijkbenige driehoeken, parallellogrammen, cirkels enz.); een regelmatige veelhoek, waarvan de zijden en hoeken even groot zijn; — een regelmatig lichaam, ingesloten door regelmatige congruente vlakken; — (plantk.) een. regelmatige bloemkroon of kelk, radiair symmetrisch;
2. met vast rhythme, met vaste wisselingen of tussenpozen zich bewegende: een regelmatige gang; het regelmatig tikken; — bw.: regelmatig lopen (van een machine);
3. (bij uitbr.) zichzelf gelijkblijvend, zonder onderbreking of zonder afwijking: iets regelmatig voortzetten; regelmatig verder werken; [men zegge liever geregeld leven dan regelmatig leven]; — op de vaste, gestelde tijden (geschiedend), geregeld: regelmatig ter kerke gaan; regelmatig schoolbezoek;
4. een bep. regel volgend, geen afwijkingen vertonend; (taalk.) een regelmatig werkwoord9 dat in geen enkel opzicht van de gewone regels der vervoeging afwijkt; — dat is niet regelmatig, niet in overeenstemming met de regel(s); (in ’t bijz.) afwijkend van of onverenigbaar met de gestelde voorschriften.