I. v. (-en),
1. college van door de staat aangestelde personen, dat recht spreekt, uitspraak doet in geschillen : rechtbank van eerste aanleg, zie Aanleg ; voor rechtbank van ’t geweten, voor zijn eigen onderkenning in goed of kwaad ;
2. gebouw waarin het onder 1. genoemde college zetelt.
II. v. (-en), aanrecht in een keuken.