Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Raadsel

betekenis & definitie

o.,

1. (-s) opzettelijk duister geformuleerde vraag of omschrijving, waarmee men de hoorder of lezer op een dwaalspoor tracht te brengen aangaande de zaak die men bedoelt, inz. om zijn vernuft op de proef te stellen : een raadsel oplossen, de betekenis er van vinden ; iem. raadsels opgeven, ook oneig., in duistere bewoordingen tot hem spreken;
2. (-en) duister gezegde, orakelspreuk: in raadselen spreken, zich onbegrijpelijk uitdrukken;
3. (-en) duistere zaak, moeilijk oplosbaar probleem: wij staan hier voor een raadsel; dat is voor mij een raadsel, dat begrijp ik niet; zijn gedrag is en blijft mij een raadsel, ik kan zijn beweegredenen niet doorgronden; de zaak is nog in raadselen gehuld, is nog duister; de sleutel tot het raadsel vinden, de verklaring er van ; een raadsel ontwarren, oplossen; je moet iemand niet langer met raadselen ophouden, zeg liever dadelijk de waarheid, wat je bedoelt enz.; de raadselen van het leven.