(<Er.), bn. bw.,
1. slechts als mogelijkheid bestaande of aanwezig, tgov. actueel; — potentiële energie, energie die weliswaar actueel bestaat, doch potentieel is ten opzichte van de kinetische energie (of arbeidsvermogen van beweging) die er uit kan ontstaan; arbeidsvermogen van plaats; — potentiële functie, potentiaal ;
2. in aanleg : om dat te begrijpen, moet men potentieel iets van het slechte in zich hebben.