(<Lat.), m. (-s),
1. (R.-K.) geestelijke die aan ’t hoofd van een parochie staat: naar de pastoor gaan, trouwen; de pastoor zegent zichzelf eerst, ieder zorgt eerst voor zichzelf;
2. volksn. voor de zeemeeuw.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: