Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Overdrijven

betekenis & definitie

I. (dreef over, heeft en is overgedreven),

1. naar de overzijde drijven: de plank is overgedreven; — ook overg., hoewel w. g.;
2. voorbijtrekken: het onweer is overgedreven; ook fig.;

II. (overdreef, heeft overdreven),

1. (eig.) te sterk drijven (vee enz.);
2. te ver gaan met iets, geen maat houden: hij overdrijft alles: zijn studie, zijn uitgaan enz.;
3. de grenzen der waarheid te buiten gaan, vergroten, overdreven voorstellen: hij kan niets vertellen zonder te overdrijven.