(wekte op, heeft opgewekt),
1. wakker maken, doen ontwaken ; inz. fig., doen ontstaan : argwaan, nieuwsgierigheid opwekken;
2. weer levend maken: de doden uit de slaap opwekken ;
3. opwekken tot, aansporen, de neiging wakker maken tot: het gevaar wekte hen tot ongewone werkzaamheid op ; — zich tot iets opgewekt voelen, er lust toe hebben;
4. uit een neerslachtige stemming opbeuren, opvrolijken; zie Opgewekt;
5. verwekken, doen ontstaan: electriciteit opwekken.