v.,
1. het opsluiten of opgesloten woorden; gevangenzetting: opsluiting in een straf cel; veroordeeld tot eenzame opsluiting;
2. (nat.) het vasthouden van zekere gasvormige stoffen zonder dat er van een eigenlijke chemische verbinding sprake, is, occlusie ;
3. (bouwk.) het vastzetten van een aantal verbonden delen van een bouwwerk;
4. keg of wig waarmee voorwerpen verbonden worden: de opsluiting van een hamer;
5. (mil.) het zich aaneensluiten van gelederen.