Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Opbouw

betekenis & definitie

m.,

1. het uitvoeren van enig bouwwerk: aan de opbouw werd 25 jaar besteed;
2. (fig.) bevordering, aanmoediging: tot opbouw van kunsten en wetenschappen;
3. (scheepsb.) iets dat boven de eigenlijke romp van een schip is gebouwd, als b.v. dekhuizen, promenadedekken, sloependekken enz.

< >