bn. (-er, -st),
1. de volle wasdom bereikt hebbende: hoe ontwikkeld ook naar het lichaam, was hij naar de geest nog een kind; een geheel ontwikkelde bloem; — dat meisje is reeds ontwikkeld, heeft reeds de vrouwelijke vormen.
2. geestelijk gevormd, een betr. grote mate van kundigheid bezittend: ontwikkelde mensen weten beter; een ontwikkeld gehoor bezitten.
3. (fot.) zo behandeld dat het beeld zichtbaar is: ontwikkelde films.