bn. bw. (...mener, -st),
1. ongewoon, niet alledaags: ongemene klederdrachten; een ongemene kleur van haar.
2. buitengewoon: een ongemene rijkdom van gedachten; daarvoor is een ongemene wilskracht nodig; bw.: de schimmels waren ongemeen vurig en liepen uitmuntend.
3. uitmuntende boven het alledaagse: alleen een ongemene geest kan zich tot zulke beschouwingen verheffen.