v. (-en),
1. het onderscheid maken: de schrijver had die onderscheiding tussen oud en nieuw achterwege moeten laten ;
2. het gunstig onderscheiden van iem. boven zijn gelijken, achting: de gevangene werd met de meeste onderscheiding en beleefdheid behandeld ;
3. blijk, bewijs van de voorkeur die men geniet: hij kon deze opdracht als een vererende omlerscheiding beschouwen; — decoratie.