(hield omhoog, heeft omhooggehouden),
1. iets dat zich in de hoogte bevindt of zich hoog verheft, in die stand doen blijven, maken dat het niet naar beneden komt: zorg dat je de vlieger lang omhooghoudt; de arm omhooghouden ;
2. iets in zodanige stand houden dat het naar boven is gericht: een vaandel, een banier omhooghouden.