Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Omarmen

betekenis & definitie

(omarmde, heeft omarmd), omhelzen, in de armen sluiten, inz. als teken van liefde of gehechtheid : ik omarmde hem teder; — met de armen omvatten, inz. als teken van levendig gevoel, vooral bij het afsmeken van hulp of erbarming: zij omarmde mijn knieën en riep om hulp tot mij; — omarmend rijm., waarbij de 1ste versregel rijmt op de 4de en de 2de op de 3de (schema a b b a).