m. (-s, -en),
1. de holte onder de arm; — (spr.) het schuilt hem onder de oksel, hij is een luiaard, die niet flink de armen uit weet te steken;
2. (naaist.) okselstuk in een hemd : mouw met oksel;
3. (plantk.) de hoek door twee verschillende delen van een plant gevormd : de oksel van een blad is de hoek die het blad met de stengel of tak maakt.