Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Offensief

betekenis & definitie

(Fr.),

I. bn. bw. (...ver, -st), aanvallend : een offensief en defensief verbond; offensief optreden;

II. zn., o. (...sieven), aanval, bep. mil. een groot opgezette algemene aanval volgens een vast plan: tot het offensief overgaan; het offensief hervatten, hernieuwen.

OFFER,

o. (-s),
1. elke gave die men aan de of een godheid toewijdt en welke haar wordt opgedragen: het geschiedde dat Kam van de vrucht des lands den Here offer bracht (Gen. 4:4); — (dicht.) elk huldeblijk dat als een offer wordt voorgesteld ;
2. (R.-K.) het lichaam en bloed des Heren dat in de gedaante van brood en wijn bij de mis aan God wordt geofferd: het onbloedig offer van de Nieuwe Wet;
3. (R.-K.) ten offer gaan, onder een begrafenismis de pateen gaan kussen en geld op de offerschaal leggen;
4. (ongew.) slachtoffer: de Dood kiest zijn offers;
5. (fig.) alles wat men met zelfverloochening afstaat: offers aan het vaderland brengen; — zijn geld, zijn leven ten offer brengen, opofferen : — (scherts.) aan Bacchus offers brengen, een stevig glas drinken.