bw.,
1. op of in geen plaats: ik zie hem nergens ; hij is nergens te vinden ; nergens ter wereld; nergens anders dan, op geen andere plaats dan;
2. (gevolgd door een bw.) niets: dat dient nergens toe, tot niets; je mag nergens aan komen ; zich nergens mee bemoeien ; — dat lijkt nergens naar, daar deugt niets van.