m. (-s,...naren),
1. eigenaar, beheerder van een molen; werkman die in een molen werkt; (zegsw.) alle molenaars zijn geen dieven;
2. naam voor een bepaalde werkman in een papierfabriek;
3. ben. voor de wijting (Gadus merlangus);
4. (gew.) meikever;
5. ben. voor het witje, een bekende soort van kapel;
6. ijzeren bout, om welks midden een touw is bevestigd en die men dwars in het spongat van een ledig vat plaatst, om die op te hijsen;
7. eetbare steelzwammensoort (Clitopilus prunulus).