Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Mode

betekenis & definitie

(Fr.), v. (-s),

1. tijdelijk, voorbijgaand, maar op zeker tijdstip algemeen gevolgd sociaal of artistiek gebruik, in ’t bijz. in klederdracht en opschik : een nieuwe, de nieuwste mode; naar de oude mode ; de mode volgen; dat is uit de mode, komt weer in de mode ; naar de mode gekleed gaan, naar de laatste mode; — (spr.) maak je niet dik, dun is de mode, gezegd tot iem. die zich boos maakt; — van de oude of nieuwe mode zijn, oude gebruiken bewaren of nieuwe aannemen; — (meer in ’t alg.) dat is nu de mode, dat is nu algemeen in zwang;
2. (mv.) artikelen van kleding, inz. dameshoeden: een zaak in modes.