Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Mijmeren

betekenis & definitie

(mijmerde, heeft gemijmerd),

1. (vero.) suffen, soezen: kom, kerel, zit zo niet te mijmeren!
2. aanhoudend over iets peinzen: hij mijmert over godsdienstige kwesties;
3. stil en vaag peinzen, in een min of meer weemoedige stemming: in de schemering zitten te mijmeren; — fig. in litt.t. ook van plaatsen gezegd.