Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Melig

betekenis & definitie

bn. (-er, -st),

1. uit meel bestaande: de melige kern van een tarwekorrel;
2. pulverachtig, niet samenhangend: melige spaantjes hout; — vooral van vruchten die door lang liggen te rijp en daardoor droog en korrelig zijn geworden; — melige stuifzwam (Lycoperdon furfuraceum);
3. (veroud.) bleekachtig van gezicht;
4. niet fris, flauw, lusteloos; — (stud.) flauw-grappig;
5. (Barg.) wellustig, zinnelijk.