Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Massief

betekenis & definitie

(<Fr.),

I. bn. (...siever, -st),
1. geheel bestaande uit de naar buiten zichtbare massa, van binnen niet Lol: een ring van massief goud; is dat massief ;
2. sterk, stevig, hecht: een massief gebouw; massief van hoofd ;

II. zn. o. (massieven), (geol.) gebied dat in oude tijden geplooid werd en in volgende perioden weer geëffend: het massief van Bretagne.