(lootte, heeft geloot),
1. iets door het lot laten beslissen; trekken: om iets loten;
2. in ’t bijz. met betr. tot het aanwijzen van jongelieden voor de krijgsdienst door het trekken van een nummer: hij is er in geloot, hij moet dienen;
3. door het lot krijgen, uit een loterij trekken : hij heeft een zilveren horloge geloot.