1. tent van linnen of hout, waarin waren te koop worden aangeboden, zoals op markten en kermissen: de kramen zetten, opslaan, afbreken; vgl. koekkraam, poffertjeskraam; — (fig.) dat komt (hem) in zijn kraam te pas, daar kan hij voor zijn doel goed gebruik van maken, dat komt hem van pas ;
2. de koopwaren in een kraam: de kraam inpakken; -bij uitbr. de gezamenlijke waren die een handelaar te koop heeft, in ’t bijz. als term in de bloembollenhandel;
(fig.) de gehele boel, de rommel; vgl. santenkraam ;
3. kinderbed, het (met gordijnen afgesloten) bed waarin een vrouw bevalt, meest in uitdr. waarin niet meer aan het bed zelf gedacht wordt maar alleen aan de bevalling : in de kraam liggen, bevallen zijn ; in de kraam komen, bevallen; in de kraam moeten, zwanger zijn : — (fig.) hij komt er nog van in de kraam, gezegd van iemand die zich zeer bezorgd, zeer druk over de een of andere zaak maakt.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk