Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Kostelijk

betekenis & definitie

bn. bw. (-er, -st),

1. (veroud.) kostbaar, van grote waarde : een albasten fles met zeer kostelijke zalf (Matth. 26:7) ; goud, zilver, kostelijke stenen;
2. (niet alg. meer) prachtig, mooi, schitterend: zij heeft altijd zulk kostelijk goed;
3. voortreffelijk, in verschill. toepassingen : heerlijk, uitstekend : ’t is vandaag kostelijk weer ; dat smaakt kostelijk ; kostelijke wijn ; — zeer nuttig voor het gebruik, profijtelijk: men vindt daar kostelijk materiaal voor een studie over enz. ; daar kan ik mijn kostelijke tijd niet mee verdoen; — waar men veel genot van heeft: dat is een kostelijk bezit; — dat veel genoegen of vermaak geeft: een kostelijk boek; (in ’t bijz.) zeer geestig of lachwekkend: een kostelijke mop; kostelijk, zoals hij dat vertelt! — als bw. van graad : kostelijk mooi; dat komt kostelijk van pas ;
4. (gew.) duur ; — hij heeft een kostelijke vrouw, die veel geld nodig heeft voor haar huishouden, die niet zuinig huishouden kan.