Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Kopstuk

betekenis & definitie

o. (-ken),

1. afbeelding van een menselijk hoofd ;
2. hoofd ;
3. koppig, eigenzinnig mens;
4. op de voorgrond tredende figuur, leider, hoofdman: de kopstukken der partij ;
5. muntstuk met de kop van een vorst, inz. rijksdaalder;
6. deel dat behoort tot

de kop van een dier, b.v. dat deel van de huid :

7. bovenste deel van iets, bovenstuk van een kast, van een kolom enz.;
8. voorste of uiterste deel van iets, of dat tot dekking daarvan dient;
9. koningsstuk in een sluis.

< >