Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Justitie

betekenis & definitie

(<Lat.),

1. (veroud.) hetgeen volgens de wetten recht is : justitie administreren, recht doen;—
2. rechtspraak : hoge en lage justitie ; het beleid der justitie ; — het paleis van justitie, gebouw waar een rechterlijk college zetelt, gerechtsgebouw; — officier van justitie, zie Officier ;
3. de rechterlijke macht: de justitie doet onderzoek ; met de justitie in aanraking komen ; dienaar der justitie
4. het rechtswezen: minister, ministerie van justitie ; ook als verkorting voor het laatste ;
5. (hist.) justitie doen, een (strafrechterlijk) vonnis ten uitvoer leggen.