Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Jupiter

betekenis & definitie

1. (Rom. myth.) de opperste der goden, ook dondergod: Jupiter Tonans, lig. voor iem. die op „donderende” wijze aan zijn verontwaardiging of toorn lucht geeft; — bij verg. voor iem. die ergens het opperste gezag heeft;

2. naam van de grootste planeet van ons zonnestelsel ;
3. fig. voor iets dat geweldig groot is in zijn soort, ook in samenst.: Jupiterlampen, zeer sterke electr. lampen zoals in filmstudio’s gebruikt worden.