(<Fr.-Lat.), m. (-sen),
1. lijst van voorwerpen, aanwezig in een huis, op een schip enz.; inz. zulk een lijst, door een bevoegd beambte opgemaakt; in ’t bijz. boedelbeschrijving; onder beneficie van inventaris, onder voorrecht van boedelbeschrijving (zie ald.); — lijst, jaarlijks op te maken, van alle goederen en voorwerpen, deel uitmakende van het vermogen van een koopman; — (rechtst.) lijst van de stukken van een dossier welke aan de rechter worden overgelegd;
2. geheel der ergens aanwezige voorwerpen en goederen.