(<Fr.), bn. bw.,
1. innerlijk sterk, diep, vol, krachtig: een intensieve werking, oefening; intensief werkzaam zijn ; intensief blauw; — (landb.) intensieve cultuur, waarbij de productiviteit zo groot mogelijk
wordt gemaakt ; 2. in'tensieve werkwoorden (intensieven), (taalk.) werkwoorden die een werking als versterkt aangeven en vaak van andere zijn gevormd door het verscherpen van de slotmedeklinker van de stam.